Logo St.Wijzer
Terug naar de verslagen

 

VERSLAG VAN DE LEZING VAN

Mieke Zomer

28 mei 2008

PRATEN MET DIEREN

We gaan vandaag praten over ‘praten met dieren’ en over wat je kunt verwachten als een dierentolk een gesprek met je dier aangaat. Eerst ga ik vanavond praten over wie ik ben en wat ik doe. Vervolgens gaan we het hebben over de vraag of iedereen met dieren kan praten of dat je daar een speciale gave voor moet hebben. Ook komen de cursussen aan bod die ik heb gevolgd om dit te kunnen doen. Verder is van belang de vraag waarom ik het zo belangrijk vind om met dieren te kunnen communiceren.


Met welke dieren kun je praten? Is dat alleen met huisdieren of met vee, of kan dat ook met wilde dieren? Ook ga ik iets vertellen over de manier waarop zo’n gesprek in zijn werk gaat. Ik doe dat via meditatie. Andere vragen in dit verband zijn:

  • Wat heb je aan een consult?

  • Wat gebeurt er met een dier?

  • Wat kunnen de dieren je vertellen?

  • Hoe nauwkeurig zijn je waarnemingen?


Wie ik ben en wat ik doe

Ik praat met dieren. Ik neem allerlei consulten aan van mensen. Ik praat even gemakkelijk met een kat in Praag als met een kameel in Egypte of een kat in Bangkok. De afstand maakt immers niet uit voor de kwaliteit van het gesprek. Al die mensen komen op me af via de website. In 2004 ben ik begonnen met het dierentolken. Ik kom uit het reguliere circuit. Ik heb HEAO gedaan en heb geen spirituele achtergrond, maar een zakelijke. Daardoor kan ik me ook redelijk goed presenteren. Ik ben hartstikke nuchter. Daardoor trek ik ook mensen aan.

Die site dierentolk trok meteen vanaf de start heel veel bezoekers. Verder schrijf ik voor het maandblad Paravisie columns. Daarin haal ik de hoogtepunten naar voren van de gesprekken die ik voer. Verder sta ik open voor tv-items. Ook werk ik mee aan kinderprogramma’s op het internet. Verder heb ik de laatste tijd veel radio-interviews gegeven en houd ik lezingen zoals hier in Dokkum.


Ik vind dat ik tot mijn veertigste dom gehouden ben door de media en door de hele wereld. Ik kom niet uit een spiritueel gezin, dus hen kan ik niks verwijten, maar wel de rest van de wereld die dit altijd verzwegen heeft. Iedereen kan dit nl., maar daar kom ik straks op terug.

De cursisten en mensen die op mijn consulten komen, zijn overwegend vrouwen. Ik vind trouwens dat de kwaliteiten van vrouwen nog ver ondergewaardeerd worden t.o.v. die van mannen. Daarom wil ik als voorbeeld dienen voor alle vrouwen die dit werk ook gaan doen.


Is het praten met dieren een gave?

Nee, helemaal niet. Iedereen kan dat nl. We hebben nu ca. 250 cursisten gehad in Haaksbergen en Enschede, en in feite heeft iedereen het geleerd. Het gaat via een bepaalde methode. Je hoeft alleen maar de stilte in jezelf te zoeken. Je moet vertrouwen op datgene wat er gebeurt en vertrouwen dat je je ego kunt uitschakelen. Ik heb dus helemaal geen gave. En áls er al sprake is van een gave, dan heeft u diezelfde gave ook.


De cursussen die Mieke heeft gevolgd en tegenwoordig zelf geeft

Ik kom uit de exacte wereld en zat altijd met mijn neus op de AEX-index en was aan het beleggen. Mijn dochter had echter problemen op school, hoewel ik wist dat ze intelligent was. Toen zei iemand : “Je moet ‘es de cursus Silva mind control doen.” Dat heb ik gedaan. Ik had er echter niks te zoeken want er zaten allemaal geitewollen sokken, dat was echt mijn wereld niet. Maar ik ben toch geschrokken van wat ik ben tegengekomen, want ik had me altijd afgesloten voor die spirituele wereld. Ik vond die mensen zelfs zielig, want ze hadden geen carrière gemaakt.

Na twee weekenden was ik zó veranderd, dat ik na het horen van iemands naam, geboortedatum en woonplaats iemand nauwkeurig kon omschrijven die ik nog nooit had gezien; alle details bleken te kloppen! Dat is heel bijzonder en ook wel eng. Ik vroeg me af: “Hoe kán dit?” Alle andere medecursisten konden dat ook zomaar. Maar ik had er geen binding mee, want ik had geen vrienden of vriendinnen in die wereld.

Die cursus bestond uit het afstemmen op mensen. Dat was het echter niet helemaal. Ik ben toen iemand tegengekomen die afstemde op dieren. Dat heb ik toen gedaan. Bij verschillende collega’s ben ik geweest om te kijken hoe ik dat het beste kon aanpakken. Ook heb ik allerlei cursussen gevolgd om dit te kunnen doen.


Nu kon ik met mijn Silva mind control heel simpel afstemmen op dieren. Daarbij kwam ik aan heel veel concrete informatie. Tijdens de cursussen waar ik kwam om af te stemmen op dieren dropen echter heel veel mensen teleurgesteld af. Toen vond ik dat het mijn taak was om het anderen net zo te leren als ik het kan. Nu geef ik de basiscursus ‘de brontaal van de dieren’. Daarbij komt heel veel concrete informatie naar boven, bv. dat een paard kan zeggen in welk merk auto er wordt gereden. De meest bizarre info kun je daardoor loskrijgen van een paard, een hond, een kat, het maakt gewoon niet uit. Die info is ook wetenschappelijk meetbaar gemaakt, wat ik ook heel belangrijk vind.

In de vervolgcursus gaan we reizen door het dier. Bij een dier dat misselijk is bv. kan ik in de energie gaan zitten van dat dier om te kijken hoe dat komt. Met mijn innerlijke ogen kan ik dan zien wat er aan de hand is, en wel tot op de centimeter nauwkeurig.

Babyfluisteren is eigenlijk precies hetzelfde als praten met dieren. Op de manier waarop wij mensen leren om met dieren te praten, kun je ook met baby’s fluisteren, praten met dementerenden, kun je praten met comateuze patiënten. Dat gaat allemaal volgens hetzelfde principe.


Kinderen kunnen eigenlijk van nature al praten met dieren. Volwassenen hebben daar veel meer moeite mee, want wij zeggen dat je met dieren helemaal niet praten kunt. Daarom leren kinderen dat in de loop der jaren vanzelf weer af, wat wel heel jammer is. Kinderen kunnen het in twee dagen leren, volwassenen in vier.

http://www.miekezomer.nl/Html/frameindex.htm


Voorbeelden van gesprekken met dieren

Ik wil dieren een stem geven. Daar wil ik even een paar items van noemen en daar doe ik ook een voorbeeldje bij. Een voorbeeld is Jolie. Jolie is een hondje van het vuilnisbakkenras van een jaar of twaalf oud. Ze is een beetje gek aan het worden. Telkens vliegt ze onder de bank omdat ze bang is. De dierenarts zegt: “Ze is aan het dementeren; geef haar maar een spuitje.” De omgeving vindt dat eigenlijk ook. Maar haar bazin heeft gehoord van de dierentolk en belt mij op. Ik ga met dat hondje in gesprek en merk dat het helemaal normaal is. Toch neemt ze op een gegeven moment een duik onder de bank, want ze is als de dood. Ik zie dat dat wordt veroorzaakt doordat er een spook voorbijkomt. Dat hondje ziet dus spoken, dingen die wij niet zien, maar eigenlijk is er niks met haar aan de hand: ze is er alleen bang voor.

Bij navraag bij de mensen thuis blijkt dat een half jaar geleden de vader van de bazin van het hondje plotseling overleden is. De vader en zijn dochter hebben geen afscheid van elkaar kunnen nemen en nu probeert de vader via dat hondje contact te zoeken met zijn dochter. Ook de t.v. was sinds een paar maanden gaan storen. Het was al heel gauw duidelijk dat dat hondje de vader zag. Toen de dochter de vader naar het licht heeft geleid, was dat hondje weer helemaal goed en was het ook nooit meer bang. Doordat we dat hondje de kans hebben gegeven om te laten zien waarvoor ze zo bang was, heeft ze geen spuitje gekregen en leeft ze nog.


Tobias is een oude Duitse herder van dertien en een half jaar. Hij heeft zijn hele leven gewerkt in de kassen. Hij was het welkomstcomité van de vrachtwagens, het speelkameraadje van de kinderen in de buurt en vond het geweldig om daar de boel te bewaken. Toen de eigenaren mij vroegen om met die hond te gaan praten, ging het slecht met hem; iedereen vond dat we hem een spuitje moesten geven omdat hij al zo oud was. Toen ik met Tobias sprak, zei hij: “Ja , ik ben wel oud, maar ik wil graag zelf meemaken wat het is om te sterven, laat mij alsjeblieft mijn eigen gang gaan, ik wil er doorheen.”

Tobias heeft nog een paar laatste wensen. Eén ervan is dat hij op een kar door de tuinderij wordt gereden. Dat doen de bazen dan ook. Ze leggen hem daarbij op een hoop bladeren waarop hij altijd lag te slapen tijdens de lunch. Aan het eind van de middag sjouwen ze hem naar de schuur en leggen hem daar neer om te slapen. De volgende dag is hij overleden. Hij heeft dus één van zijn laatste wensen kunnen laten vervullen. Hij stierf niet met een spuitje. We vinden dat vaak heel humaan, maar als je het aan het dier vraagt, dan zijn er een heleboel die kiezen voor de pijn en het verdriet: die willen dat meemaken en doorleven. Er zijn echter ook dieren die zeggen: “Geef mij maar een spuitje”.


Twarro is een paard dat het uiterste van zijn mensen heeft gevraagd. Vier jaar geleden is hij gekocht en al die tijd heeft hij de mensen zo ongeveer de stal uitgetrapt. Hij heeft gebeten en geslagen, de buurman het weiland uitgejaagd. Het is een levensgevaarlijk paard. Ik ging met dat paard praten en kreeg toen te horen: “Ik heb zó’n last van mijn rug, en toch komen ze steeds met dat zadel aan: ik wil dat niet!” Hij gaf mij exact aan van welke wervel hij last had. De paardendokter ging ermee aan de gang en daardoor kon het dier weer normaal functioneren. We hebben hem ook nog geholpen met Bachbloesems.


Een ander voorbeeld is Linda. Zij is een hond en is gisteren gedekt. Het is dus helemaal niet zeker dat ze zwanger is. Als ik ga praten met Linda, zegt ze: “Ik krijg drie jongens en vier meisjes. Het tweede pupje is een meisje en dat wil ik graag houden.” Dat durf ik bijna niet tegen de baasjes te zeggen, maar negen weken later blijkt dat er drie jongens en vier meisjes geboren worden en dat het tweede pupje inderdaad een meisje is. Maar hoe kon Linda dat weten?

Een mevrouw uit de zaal zegt daarop, dat ze een hond heeft die van tevoren heeft aangegeven dat ze vier reutjes zou krijgen waarvan de laatste overlijdt.

Mieke: Hoe weten die dieren dat? Wat weten wij allemaal níet? Misschien hebben wij ook wel zeggenschap daarover zonder dat we het weten. We kunnen ook zónder al die onderzoeken in ziekenhuizen zeggen dat het een jongen of een meisje wordt. Sommige vrouwen wéten dat.


Vorige week was er een kat die telkens op het bed plaste. Die kat was sociaal gewoon niet handig. Die zei tegen mij: “ ’t Is zo knus als ik dat doe hè, dat ze allemaal in bed liggen en dat ik dan ga plassen; dat ruikt dan zo lekker.” Dan kun je zo’n dier ook nog duidelijk maken dat het niet handig is, ook al was het als cadeautje bedoeld om het lekker knus te maken.


Hoe het praten met dieren je kan veranderen

Jaren geleden zat ik in het zakenleven en was ik een heel ander mens. Ik merk dat je je hart vol onvoorwaardelijke liefde opent als je een gesprek aangaat met een dier. Je begint met liefde geven aan het dier en hoe vaker je je hartspier op deze manier traint, hoe liever je wordt. Ik vind zelf ook dat ik veel liever ben geworden, veel minder bitcherig, hard en zakelijk. Ik hoor ook van andere mensen dat ik veranderd ben. Daar ben ik blij mee. Ik ben nu veel toleranter, ik kan mensen veel meer nemen zoals ze zijn. Ik zal niet oordelen over mensen die een probleem hebben met een dier, want iedereen doet wat ‘ie denkt dat goed is, ook al geeft het giga-problemen.


Praten met dieren heeft trouwens niets met de ratio te maken. Eigenlijk moet je je hand op een foto leggen, want aan de hand daarvan komt er heel veel informatie binnen: het is een soort psychometrie.


Hoe gaat het gesprek in zijn werk en wat vang ik op?

Laat ik beginnen bij het begin. Er komt een consultaanvraag binnen per email. Daar hangt een foto aan vast. Ik print dan de consultaanvraag en de foto af. Van de consultaanvraag hoef ik alleen de naam, de woonplaats en de geboortedatum te weten, omdat ik dat nodig heb om het telefoonnummer te draaien, d.w.z. contact te leggen met het dier. De vragen bekijk ik vaak niet, want daar staat een heleboel informatie in en dan ben ik meteen gekleurd. De informatie waar ik mee ga werken is dan al niet blanco meer.

Met die gegevens over naam, woonplaats en geboortedatum én de foto ga ik rustig zitten. Ik zorg er ook voor dat alle dieren uit mijn buurt zijn, want anders zit ik niet rustig meer. Ik daal dan af naar mijn meditatieniveau. Ik zet dan het dier op een behandeltafel in mijn innerlijke werkkamer, of ik laat hem op het innerlijke scherm verschijnen. Op dat moment komt er al allerlei informatie los van het dier. Dat kan zijn in de vorm van plaatjes of een hele film die wordt afgedraaid, of in de vorm van woorden. Ik kan dingen horen, voelen en ruiken. Al mijn innerlijke zintuigen spreek ik dan aan.

Veel mensen hebben het over ‘buitenzintuiglijk waarnemen’. Dat vind ik eigenlijk een verkeerde benaming. Ik vind het eerder binnenzintuiglijk waarnemen. Je hebt bv. ook cursisten die roken: buitenzintuiglijk ruiken ze niks, maar vanaf het moment waarop ze in de innerlijke werkkamer zitten, ruiken ze opeens als de beste.


Ik kan een dier, bv. een kat, ook vragen om ‘es naar een naambordje te lopen en vragen om mij er een fotootje van te sturen. Dan krijg ik iets van bv. ‘Kerkstraat’. Zo’n dier kan dat niet lezen, maar hij kan mij wel een fotootje van zo’n bordje sturen. Ik kan zo’n kat ook vragen om zijn omgeving te beschrijven en te laten zien waar hij zit. Ik leg dan de hele weg die de kat heeft gelopen af om te komen waar hij zit.

Vorige week nog was er een vermiste kat, waarvan de mensen heel graag wilden dat hij thuis kwam. Die kat zei: “Ik moet even mijn wilde haren kwijt. Geef mij even een paar dagen, dan kom ik vanzelf wel weer terug.” En inderdaad, na een paar dagen was hij zijn wilde haren kwijt en was hij weer terug.

Dat vertrouwen van de mensen om die kat niet te gaan zoeken en met rust te laten krijg je natuurlijk alleen, als je met concrete informatie komt. Die kat had exact beschreven hoe zijn huis eruit zag, incl. laminaat op de vloer, een jute kleed op de grond, het is een flat, als je binnenkomt is links de badkamer, achter de volgende deur zit een slaapkamer met een bloemetjesdekbedovertrek enz.

Door al die concrete informatie hadden de eigenaren er vertrouwen in dat ik ook exact met de juiste kat gesproken had en vertrouwden ze erop dat hij terugkwam, wat de kat ook heeft gedaan.


Ik kan ook dingen horen. Alles wat er tijdens zo’n meditatiegesprek gebeurt, is waar. Als ik met een kat in gesprek ben en hem vraag wat hij lekker vindt, terwijl op dat moment de Italiaanse buurvrouw, die pizza’s aan het bakken is, het keukenraam opent, dan antwoord de kat ‘pizza’s!’.

Als ik met een hond in gesprek ben die zich verstoten voelt, dan vraag ik hem hoe dat komt. Op dat moment zitten ze even verderop tv te kijken en te zappen, waarbij ze net switchen naar een tv-programma over bevallingsverhalen. Als dat gebeurt vlak nadat ik hem gevraagd heb waarom hij zich verstoten voelt, weet ik gewoon dat hij verstoten is door een mensenkind. Zo bizar is het: alles wat op dat moment aan informatie binnenkomt, is gewoon wáár.


Welk effect heeft het gesprek op een dier?

Het gedrag van het dier verandert. Zo belden mensen mij ‘es in paniek op. Ze hadden een oude kat – Koukla - maar kregen er twee jonge kittens bij die die oude kat wel op kon vreten. Dat was levensgevaarlijk en duurde al zes weken.

Ik ging met die kat in gesprek en vroeg waarom zij zich zo gedroeg. Zij antwoordde: “Er zijn twee indringers in huis en die moet ik wegjagen.” Dat kwam doordat Koukla nooit was verteld dat er twee kittens bij kwamen. Daarop vertelde ik haar dat het geen indringers waren, maar twee katten die bij haar in huis kwamen wonen. Vanaf dat moment was het helemaal goed; Koukla liep voortaan heel rustig langs die jonge katten. Haar aanvankelijke gedrag was dus ingegeven door liefde voor de mens; zij wilde alleen maar het huis beschermen tegen indringers.


Sjors is een Dobermann die werkt als waakhond op een autosloperij. Ze doet haar werk fantastisch, want ze lust je wel rauw op het moment waarop je het pand betreedt en de baas er niet is. Toch hecht ze steeds meer aan de baas en wordt steeds minder zelfstandig; ze loopt als een schoothondje achter de baas aan en durft niet meer alleen te zijn. Alle gedragsdeskundigen gaven de baas daar de schuld van, maar hij vraagt of ik met Sjors wil praten.

Sjors laat mij daarbij zien dat ze een hartkwaal heeft. Ze zei:”Ik ben als de dood dat er straks iets gebeurt als mijn baas er niet is; wat moet ik dan? Laat alsjeblieft naar mijn hart kijken!” De eerste dierenarts die Sjors onderzoekt vindt niets, maar de tweede constateert een hartkwaal die heel gemakkelijk met medicijnen te verhelpen is.

Sjors had dus geen last van verlatingsangst, maar was gewoon bang dat haar iets zou overkomen als ze alleen was. Toen ze eenmaal de juiste medicijnen kreeg, was ze weer een superhond voor de baas.

Een ander voorbeeld is de kat Dorinde. Dorinde is een kat die al zeven jaar bij de mensen woont. Ze loopt de hele dag te mauwen, heeft nog nooit contact met mensen gezocht en is nog nooit op schoot gekomen. Ze wil dus niets van mensen weten.

Zij vertelde me dat ze een heel goede moeder was geweest, maar nooit afscheid heeft mogen nemen van haar kittens. Bij navraag bleek dat Dorinde bij de fokker alle kittens van andere katten wegkaapte. Die ging ze verstoppen om er zelf voor te zorgen. Ze was dus dol op kittens, ook op haar eigen kittens. En juist om ervoor te zorgen dat ze geen stress zou hebben als haar kittens zouden worden weggehaald, hebben ze haar geen afscheid laten nemen. Dat heeft ze de mensen zó kwalijk genomen dat ze er nooit meer iets van wilde weten.

Ik heb Dorinde daarom uitgelegd dat de mensen, bij wie ze nu woonde, met die gang van zaken helemaal niets te maken hadden. Op het moment waarop ze besefte dat de huidige bazen vrijuit gingen en haar liefdevol hadden opgenomen in huis, is Dorinde als een blad aan de boom omgeslagen en sprong ze na zeven jaar zomaar op schoot. Het mauwen en ander raar gedrag was toen ook over. Het was opeens een heel leuke huiskat geworden.


Hoe een dier geneest

Aaltje is een koe die niet meer wil lopen. Ze ligt al een paar dagen in de wei. Al het gras om haar heen is weggetrapt. Ze krijgt antibiotica. De dierenarts is ook al een paar keer geweest, maar ze doet het gewoon niet meer. Het ziet er angstaanjagend uit.

Ik ga met Aaltje in gesprek. Ze zegt: “Ik heb een magnetiseur nodig.” Vervolgens geeft ze exact de plek in haar lichaam aan waar een magnetiseur op haar in zou moeten werken.

Tot mijn verrassing laat die boer een magnetiseur komen. ’s Avonds gaat hij met die koe aan het werk. Bijna meteen gaat Aaltje staan en begint te mesten. De volgende dag kan ze gewoon weer bij de rest van de kudde. Een dier kan dus feilloos aangeven waar ‘ie pijn heeft en hoe je het kunt oplossen.


Maira is een paard dat ik uitgebreid heb behandeld en waar ik al vaak mee heb gesproken. Samen met een dierenarts zorg ik ervoor dat ze weer op de been komt. Er is jarenlang van de ene kliniek naar de andere met haar gezeuld om te zoeken naar de oorzaak van haar gedrag en haar lichamelijke problemen. Ik heb drie keer met haar gesproken en de holistisch werkende dierenarts heeft haar twee keer behandeld. Nu is Maira een paard waarop weer gewoon gereden kan worden. Bij haar was het ook een kwestie van ‘geven we haar een spuitje of niet, of sturen we haar al of niet naar het slachthuis’.

Dit heet ‘het project Maira’. Het was fijn om dit samen met de dierenarts te doen.


Flodder

is een golden retriever, die gestikt is in een tennisbal. Maanden later krijg ik de bazen nog huilend aan de lijn omdat ze zich zo schuldig voelen en dat het zo vreselijk is. Die hond zegt echter: “Maak je om mij maar geen zorgen, want was het deze bal niet geweest, dan was het wel bij de volgende gebeurd. Ik heb er heerlijk op gekauwd. Jammer dat het nu afgelopen is, maar het is helemaal goed zo.” Die mensen hoefden zich dus helemaal niet schuldig te voelen en konden toen ook heel rustig verder leven na dat gesprek met hun hond.



Het laatste dier voor de pauze is Jin. Jin is een halve Siamees. Ze lag in de voortuin lekker te slapen toen er opeens twee grote Chow Chows over de heg sprongen. Ze wilden ieder een helft van de kat. Die kat werd bijna gevierendeeld binnengebracht en werd door diverse dierenartsen geholpen. Op den duur zei de dierenarts: “Ik kan niets meer vinden, die kat moet het gewoon doen nu. Alles is gerepareerd, maar ik snap niet waarom ze niet meer wil eten.”

Toen ik met de kat in gesprek ging, hadden haar bazen haar al 9 weken lang dwangvoeding gegeven. Jin zei echter tegen mij: “Als ik al niet veilig in mijn eigen voortuin kan zonnen, dan hoef ik niet meer te leven.” Ik vertelde haar dat dit echt de bedoeling niet was en dat ze niet gemist kon worden omdat er heel veel van haar gehouden werd. Nadat ik haar vertrouwen had gewonnen, sprak ik met haar af dat als ze de volgende dag één brokje at, ze niet meer onder dwang gevoed zou worden. Dat zou voor ons het teken zijn dat ze verder wilde leven.

De volgende dag at Jin één brokje. Het dwangvoederen stopte toen. Na nog wat peptalk en Bachbloesems ging de kat weer leven en fleurde zij weer op. Inmiddels loopt zij weer in de dakgoot. De dierenarts staat ook voor een raadsel en weet dat het een psychische oorzaak had die is weggenomen.


Vragen en antwoorden na de pauze


N.B. Alle vragen zijn schriftelijk gesteld, tenzij anders aangegeven.


Welk effect heeft zo’n gesprek op een dier?”

Het vermiste dier komt bv. weer thuis. Maar niet alle vermiste dieren komen thuis. Er zijn ook dieren die ervoor kiezen om verder te trekken. We hebben vòòr de pauze gezien dat het ook kan gebeuren dat een dier zijn wilde haren kwijt wil. Dat komt ook voor.

Ik heb het ook ‘es gehad – en dat was het allereerste gesprek dat ik met een dier had – dat een kat zei: “Ik ben even op vakantie en kom over een paar weken weer terug.”


Vraag uit de zaal: “Als een dier niet terugkomt naar z’n baas, is dat dan een duidelijke keuze van het dier?”

Niet altijd. Als je het ongeluk hebt dat je dier tijdens de zomervakantie zoek raakt, kun je er bijna van op aan dat je het met héél veel moeite terug zult krijgen, want men gaat ervan uit dat elke kat die tijdens de zomervakantie rondloopt, per definitie uit huis is gezet. Men houdt het dier dan binnen omdat het zo zielig is dat het zgn. uit huis is gezet.

Er zijn ook veel dieren die doorgaan omdat ze klaar zijn met de taak die ze hadden. Verder is er de mogelijkheid dat een dier wordt gestolen. Ik heb zelf een Noorse boskat gehad die gestolen is toen hij een eindje ging wandelen; daarna mocht hij nooit meer naar buiten.


Wat vertelt een dier nog meer?”

Tommy is een kat die telkens begint te braken na het eten. De dierenarts kan niets vinden, maar ik ga met die kat praten. Hij zegt tegen mij dat het blikje met voer uit de koelkast komt en dat hij daar last van heeft. Hij wordt misselijk van de kou op zijn maag. Ik heb de mensen toen verzocht om het eten naast de koelkast te zetten en te wachten totdat het is opgewarmd om het daarna aan Tommy te geven. De misselijkheid was daarna weg.


Pino is een paard dat mij vertelde dat hij dol was op iets dat fel van kleur was en als een soort ijsbonbon op een stokje zat. Zijn bazen zeiden echter dat hij geen ijsbonbons kreeg, maar wel ‘es tijdens de zomer ijskroketjes uit de kar mocht halen. Als de ijscoman langs kwam, stond het paard op en mocht hij met zijn hoofd de ijscokar in om zijn eigen ijskroketje te pakken.

Hij vertelde ook dat hij een lichamelijk klacht had en behoefte had aan thijm. De mevrouw ging toen naar de Intratuin en haalde een potje ervan op. Ook plantte ze de hele tuin ermee vol. Jammer genoeg was het een tijdelijke bevlieging; na het oppeuzelen van dat potje hoefde hij geen thijm meer.


Ik ben wel op en top vrouw, maar als ik mij volledig in een dier verplaats, bv. een volle hengst, weet ik alles te benoemen en alles te voelen. Op dat moment word ik die hele hengst en begrijp ik precies wat er gaande is met zo’n dier.


Is het net zo makkelijk om met je eigen dier te communiceren als met een vreemd, onbekend dier?”

Nee, het is vele malen moeilijker om met je eigen dier te communiceren, omdat je ego dan zo ontzettend aanwezig is dat het roet in het eten gooit. Als ik mijn eigen kat vraag wat hij lekker vindt, en hij zegt ‘vis’, dan komt dat doordat ik dat weet. Je ego zal er alles aan doen om jou aan het twijfelen te brengen.

Op de cursus zeg ik ook altijd dat je moet gaan oefenen met een kat als je zelf heel veel van paarden afweet. Alles wat je van katten te horen krijgt, klopt dan gewoon. Oefen altijd met dieren die je absoluut niet kent; op die manier krijg je de meest zuivere informatie binnen.

Je kunt wel met je eigen dier communiceren als je ervaring hebt en als je weet wanneer je ego je parten speelt en wanneer niet.


Ik heb sinds tien weken een nieuwe hond. Ze is vierenhalf en ik heb het gevoel dat ze het een goede verandering vindt. Helaas jammert ze alles bij elkaar als ik eens een dag weg ben. Ik heb haar aangelijnd omdat ze mij anders gaat zoeken in het dorp. Wat kan ik doen?”

Je kunt in ieder geval precies uitleggen wat je gaat doen, dus vertellen wanneer je naar het dorp gaat en wanneer je weer terug komt. Dat kun je in woorden doen of er plaatjes aan geven. Doe dat ook als je op vakantie gaat. De kat die alleen achterblijft stuur je het plaatje dat jij op vakantie bent, dat je drie weken wegblijft en daarna terugkomt en dat je dan heel erg blij bent dat jullie elkaar weer zien. Die kat wordt dan minder onrustig als je je koffers gaat pakken. Je kunt dus tegen je dieren praten alsof ze het allemaal begrijpen; terwijl je tegen ze praat, stuur jij ze de bijbehorende plaatjes.


Kunt u zien waar ons zwerfkatje vandaan is gekomen?”

Ik krijg regelmatig de vraag wat er gebeurd is met bv. een hond die is mishandeld. Dieren leven echter meer in het hier en nu dan wij en willen er vaak helemaal niet over praten omdat ze blij zijn met de plek waar ze op dat moment zitten. Heel soms willen dieren het wel kwijt, maar doorgaans krijg ik niet de informatie waar je verder mee kunt. Waarom zou je het bovendien willen weten? Waarom zou je die ellende willen oprakelen?

Dat betekent dat ik niet altijd kan zien waar het zwerfkatje vandaan is gekomen; dat ligt aan de vraag of het dier zelf erover praten wil of niet.


U had het daarnet over vissen. Weet de vis dat hij gevangen wordt?”

Het lijkt mij van niet hoor. Je zit niet te wachten op zo’n haak in je maag, toch? Ik kan daar niks zinnigs over zeggen. Misschien over enkele jaren wel.


Onze poes voelt zich verstoten door onze baby en is er bang voor. Ze zondert zich helemaal af. Wat kunnen we hieraan doen?”

Heel simpel: Bachbloesems. Daardoor kun je de angst eruit halen en ervoor zorgen dat het dier zich niet verstoten voelt. Dan kun je kijken of je het dier de liefde kunt geven om toch van de baby te gaan houden. Het is ook goed om de kat te vertellen dat er een kindje aankomt, zodat ze het niet als een indringer ziet.





Kun je op dezelfde manier met mensen en planten praten, of heb je daarvoor een andere methode nodig?”

Nee hoor, je kunt op precies dezelfde manier met mensen en met planten praten. Mijn moeder is stervend. Ik heb me op het moment waarop ze in het ziekenhuis lag en heel slecht was, op haar afgestemd. Ik heb haar toen gevraagd wat ze wilde. Ze antwoordde dat ze nog een beetje sap wilde en dat ze eigenlijk wel wilde gaan omdat ze klaar was hier. Helaas was het ziekenhuis het daar niet mee eens. Die hebben haar weer opgelapt. Ze leeft dus nog, maar ze wil liever gaan. Toen ze niet meer kon praten, kon ik me op haar afstemmen.

De schoonvader van één van mijn cursisten was dementerend. Hij lag inmiddels al in coma. Hij heeft toen ook gezegd: “Trek alsjeblieft alle slangen eruit, het is klaar hier.” Gelukkig was dat allemaal niet nodig en is hij uit zichzelf gestorven de volgende dag.

Zo zijn er ook cursisten die groene vingers hebben en met bomen praten. Dat gaat op precies dezelfde manier.

Vraag uit de zaal: “Krijg je op deze manier van mensen andere informatie dan wanneer ze nog gewoon met je kunnen praten?”

Je legt contact met de bron, met de ziel. Toch kan er inderdaad verschil in zitten. Je praat nl. met de ziel en niet met het ego. Als je rechtstreeks met iemand praat, zit ook het ego erbij, die invloed uitoefent. Als iemand ziek is of bv. een been heeft gebroken, krijg je heel zuiver door wat de lichamelijke klachten zijn. Daar zit dan geen ego tussen. Ga je het echter over gevoelens hebben, dan kan daar een groot verschil in zitten.


Vraag uit de zaal: “Als een dier iets heeft, geeft het dan altijd precies aan waar de klacht zit en wat je eraan kunt doen?”

Dieren verschillen nogal qua ontwikkelingsniveau. Mijn ervaring is dat paarden en katten het heel nauwkeurig kunnen aangeven. Honden zijn daar iets onduidelijker in; dat kan zijn doordat de binding tussen mens en hond de stoorzender is. Katten zijn veel meer op zichzelf, met name raskatten.

Vraag uit de zaal: In de krant staat dat een hond schapen aanvalt en dat de hond daarom afgemaakt moet worden. Is dat nodig of niet nodig?

Het blijft een roofdier. Men zegt ook wel dat als het eenmaal warm bloed heeft gegeten, er geen redden meer aan is. Dat zijn aannames waar ik niet achter kan staan. Je zou eerst moeten weten waarom zo’n hond dat doet.

Er zijn een heleboel uitspraken die voor waar worden aangenomen, bv. dat dieren geen kleuren kunnen zien – wat niet waar is – of dat dieren niet kunnen tellen, wat ook niet klopt. Men zegt ook dat paarden bang zijn voor tractoren en vrachtwagens. Als je echter met een paard in gesprek gaat, blijkt hij helemaal niet bang te zijn voor de geluiden van tractoren en vrachtwagens. Hij is eerder bang voor de trillingen van tractoren en vrachtwagens, want die doen hem denken aan een op hol geslagen kudde. Hij heeft dan de aandrang om mee te gaan in die angst en paniek.

Er zijn dus een heleboel dingen die je met je ratio zou kunnen oplossen, maar wanneer je het dier er gericht naar vraagt, krijg je heel andere uitkomsten. Want niet iedere hond valt schapen aan, dus welk gevoel geeft die hond dat? Als dat een gevoel van macht geeft, kunnen we hem dan op een andere manier dat gevoel geven? Misschien beseft hij helemaal niet welk kwaad hij aanricht. Als je hem dat duidelijk maakt, kan het zomaar zijn dat hij ermee stopt.


Vraag uit de zaal: “Kunnen dieren onderling communiceren?”

Ik weet dat ze dat wel kunnen. Zo weet ik dat paardenfamilies met elkaar communiceren. De families van dieren hebben contact met elkaar, dat weet ik zeker. Maar ook kan een paard met een hond communiceren bv. De taal waarin ik met dieren spreek is net zo universeel als de taal waarin dieren onderling met elkaar praten. Je mag ervan uitgaan dat al die dieren met elkaar in verbinding staan.


Vraag uit de zaal: “Kun je met overleden dieren praten?Blijft de ziel hier altijd hangen?”

Ik ben van mening dat we tijdens ons hele bestaan op aarde gedurende al die duizenden jaren dan weer even zichtbaar zijn en dan weer even niet. Dus wat mij betreft ben je er eigenlijk altijd. Daarom kun je altijd met een overleden dier praten. Dat geldt ook voor overleden mensen.


Vraag uit de zaal: “Ik heb gehoord dat een kat gaat liggen aan het voeteneind van een stervende gedurende zijn laatste dagen. Waarom doet hij dat? En waarom gaat een kat liggen op de plek waar een magnetiseur net een patiënt heeft behandeld?”

Ik heb begrepen dat katten negatieve energie opzoeken omdat ze die heel goed kunnen neutraliseren. Als een kat vaak op een bepaalde plek ligt, moet je kijken of daar misschien een aardstraal onder zit. Katten vinden negatieve energie vaak heel erg lekker.

terug naar boven