We
gaan vandaag praten over ‘praten met dieren’ en over wat
je kunt verwachten als een dierentolk een gesprek met je dier
aangaat. Eerst ga ik vanavond praten over wie ik ben en wat ik doe.
Vervolgens gaan we het hebben over de vraag of iedereen met dieren
kan praten of dat je daar een speciale gave voor moet hebben. Ook
komen de cursussen aan bod die ik heb gevolgd om dit te kunnen doen.
Verder is van belang de vraag waarom ik het zo belangrijk vind om met
dieren te kunnen communiceren.
Met
welke dieren kun je praten? Is dat alleen met huisdieren of met vee,
of kan dat ook met wilde dieren? Ook ga ik iets vertellen over de
manier waarop zo’n gesprek in zijn werk gaat. Ik doe dat via
meditatie. Andere vragen in dit verband zijn:
Wat
heb je aan een consult?
Wat
gebeurt er met een dier?
Wat
kunnen de dieren je vertellen?
Hoe
nauwkeurig zijn je waarnemingen?
Wie
ik ben en wat ik doe
Ik
praat met dieren. Ik neem allerlei consulten aan van mensen. Ik praat
even gemakkelijk met een kat in Praag als met een kameel in Egypte of
een kat in Bangkok. De afstand maakt immers niet uit voor de
kwaliteit van het gesprek. Al die mensen komen op me af via de
website. In 2004 ben ik begonnen met het dierentolken. Ik kom uit het
reguliere circuit. Ik heb HEAO gedaan en heb geen spirituele
achtergrond, maar een zakelijke. Daardoor kan ik me ook redelijk goed
presenteren. Ik ben hartstikke nuchter. Daardoor trek ik ook mensen
aan.
Die
site dierentolk
trok meteen vanaf de start heel veel bezoekers. Verder schrijf ik
voor het maandblad Paravisie columns. Daarin haal ik de hoogtepunten
naar voren van de gesprekken die ik voer. Verder sta ik open voor
tv-items. Ook werk ik mee aan kinderprogramma’s op het
internet. Verder heb ik de laatste tijd veel radio-interviews gegeven
en houd ik lezingen zoals hier in Dokkum.
Ik
vind dat ik tot mijn veertigste dom gehouden ben door de media en
door de hele wereld. Ik kom niet uit een spiritueel gezin, dus hen
kan ik niks verwijten, maar wel de rest van de wereld die dit altijd
verzwegen heeft. Iedereen kan dit nl., maar daar kom ik straks op
terug.
De
cursisten en mensen die op mijn consulten komen, zijn overwegend
vrouwen. Ik vind trouwens dat de kwaliteiten van vrouwen nog ver
ondergewaardeerd worden t.o.v. die van mannen. Daarom wil ik als
voorbeeld dienen voor alle vrouwen die dit werk ook gaan doen.
Is
het praten met dieren een gave?
Nee,
helemaal niet. Iedereen kan dat nl. We hebben nu ca. 250 cursisten
gehad in Haaksbergen en Enschede, en in feite heeft iedereen het
geleerd. Het gaat via een bepaalde methode. Je hoeft alleen maar de
stilte in jezelf te zoeken. Je moet vertrouwen op datgene wat er
gebeurt en vertrouwen dat je je ego kunt uitschakelen. Ik heb dus
helemaal geen gave. En áls er al sprake is van een gave, dan
heeft u diezelfde gave ook.
De
cursussen die Mieke heeft gevolgd en tegenwoordig zelf geeft
Ik
kom uit de exacte wereld en zat altijd met mijn neus op de AEX-index
en was aan het beleggen. Mijn dochter had echter problemen op school,
hoewel ik wist dat ze intelligent was. Toen zei iemand : “Je
moet ‘es de cursus Silva
mind control doen.” Dat heb ik gedaan. Ik had
er echter niks te zoeken want er zaten allemaal geitewollen sokken,
dat was echt mijn wereld niet. Maar ik ben toch geschrokken van wat
ik ben tegengekomen, want ik had me altijd afgesloten voor die
spirituele wereld. Ik vond die mensen zelfs zielig, want ze hadden
geen carrière gemaakt.
Na
twee weekenden was ik zó veranderd, dat ik na het horen van
iemands naam, geboortedatum en woonplaats iemand nauwkeurig kon
omschrijven die ik nog nooit had gezien; alle details bleken te
kloppen! Dat is heel bijzonder en ook wel eng. Ik vroeg me af: “Hoe
kán dit?” Alle andere medecursisten konden dat ook
zomaar. Maar ik had er geen binding mee, want ik had geen vrienden of
vriendinnen in die wereld.
Die
cursus bestond uit het afstemmen op mensen. Dat was het echter niet
helemaal. Ik ben toen iemand tegengekomen die afstemde op dieren. Dat
heb ik toen gedaan. Bij verschillende collega’s ben ik geweest
om te kijken hoe ik dat het beste kon aanpakken. Ook heb ik allerlei
cursussen gevolgd om dit te kunnen doen.
Nu
kon ik met mijn Silva
mind control heel simpel afstemmen op dieren. Daarbij
kwam ik aan heel veel concrete informatie. Tijdens de cursussen waar
ik kwam om af te stemmen op dieren dropen echter heel veel mensen
teleurgesteld af. Toen vond ik dat het mijn taak was om het anderen
net zo te leren als ik het kan. Nu geef ik de basiscursus ‘de
brontaal van de dieren’. Daarbij komt heel veel concrete
informatie naar boven, bv. dat een paard kan zeggen in welk merk auto
er wordt gereden. De meest bizarre info kun je daardoor loskrijgen
van een paard, een hond, een kat, het maakt gewoon niet uit. Die info
is ook wetenschappelijk meetbaar gemaakt, wat ik ook heel belangrijk
vind.
In
de vervolgcursus gaan we reizen door het dier. Bij een dier dat
misselijk is bv. kan ik in de energie gaan zitten van dat dier om te
kijken hoe dat komt. Met mijn innerlijke ogen kan ik dan zien wat er
aan de hand is, en wel tot op de centimeter nauwkeurig.
Babyfluisteren
is eigenlijk precies hetzelfde als praten met dieren. Op de manier
waarop wij mensen leren om met dieren te praten, kun je ook met
baby’s fluisteren, praten met dementerenden, kun je praten met
comateuze patiënten. Dat gaat allemaal volgens hetzelfde
principe.
Kinderen
kunnen eigenlijk van nature al praten met dieren. Volwassenen hebben
daar veel meer moeite mee, want wij zeggen dat je met dieren helemaal
niet praten kunt. Daarom leren kinderen dat in de loop der jaren
vanzelf weer af, wat wel heel jammer is. Kinderen kunnen het in twee
dagen leren, volwassenen in vier.
http://www.miekezomer.nl/Html/frameindex.htm
Voorbeelden
van gesprekken met dieren
Ik
wil dieren een stem geven. Daar wil ik even een paar items van noemen
en daar doe ik ook een voorbeeldje bij. Een voorbeeld is Jolie.
Jolie is een hondje van het vuilnisbakkenras van een jaar of twaalf
oud. Ze is een beetje gek aan het worden. Telkens vliegt ze onder de
bank omdat ze bang is. De dierenarts zegt: “Ze is aan het
dementeren; geef haar maar een spuitje.” De omgeving vindt dat
eigenlijk ook. Maar haar bazin heeft gehoord van de dierentolk en
belt mij op. Ik ga met dat hondje in gesprek en merk dat het helemaal
normaal is. Toch neemt ze op een gegeven moment een duik onder de
bank, want ze is als de dood. Ik zie dat dat wordt veroorzaakt
doordat er een spook voorbijkomt. Dat hondje ziet dus spoken, dingen
die wij niet zien, maar eigenlijk is er niks met haar aan de hand: ze
is er alleen bang voor.
Bij
navraag bij de mensen thuis blijkt dat een half jaar geleden de vader
van de bazin van het hondje plotseling overleden is. De vader en zijn
dochter hebben geen afscheid van elkaar kunnen nemen en nu probeert
de vader via dat hondje contact te zoeken met zijn dochter. Ook de
t.v. was sinds een paar maanden gaan storen. Het was al heel gauw
duidelijk dat dat hondje de vader zag. Toen de dochter de vader naar
het licht heeft geleid, was dat hondje weer helemaal goed en was het
ook nooit meer bang. Doordat we dat hondje de kans hebben gegeven om
te laten zien waarvoor ze zo bang was, heeft ze geen spuitje gekregen
en leeft ze nog.
Tobias
is een oude Duitse herder van dertien en een half jaar. Hij heeft
zijn hele leven gewerkt in de kassen. Hij was het welkomstcomité
van de vrachtwagens, het speelkameraadje van de kinderen in de buurt
en vond het geweldig om daar de boel te bewaken. Toen de eigenaren
mij vroegen om met die hond te gaan praten, ging het slecht met hem;
iedereen vond dat we hem een spuitje moesten geven omdat hij al zo
oud was. Toen ik met Tobias sprak, zei hij: “Ja , ik ben wel
oud, maar ik wil graag zelf meemaken wat het is om te sterven, laat
mij alsjeblieft mijn eigen gang gaan, ik wil er doorheen.”
Tobias
heeft nog een paar laatste wensen. Eén ervan is dat hij op een
kar door de tuinderij wordt gereden. Dat doen de bazen dan ook. Ze
leggen hem daarbij op een hoop bladeren waarop hij altijd lag te
slapen tijdens de lunch. Aan het eind van de middag sjouwen ze hem
naar de schuur en leggen hem daar neer om te slapen. De volgende dag
is hij overleden. Hij heeft dus één van zijn laatste
wensen kunnen laten vervullen. Hij stierf niet met een spuitje. We
vinden dat vaak heel humaan, maar als je het aan het dier vraagt, dan
zijn er een heleboel die kiezen voor de pijn en het verdriet: die
willen dat meemaken en doorleven. Er zijn echter ook dieren die
zeggen: “Geef mij maar een spuitje”.
Twarro
is een paard dat het uiterste van zijn mensen heeft gevraagd. Vier
jaar geleden is hij gekocht en al die tijd heeft hij de mensen zo
ongeveer de stal uitgetrapt. Hij heeft gebeten en geslagen, de
buurman het weiland uitgejaagd. Het is een levensgevaarlijk paard. Ik
ging met dat paard praten en kreeg toen te horen: “Ik heb zó’n
last van mijn rug, en toch komen ze steeds met dat zadel aan: ik wil
dat niet!” Hij gaf mij exact aan van welke wervel hij last had.
De paardendokter ging ermee aan de gang en daardoor kon het dier weer
normaal functioneren. We hebben hem ook nog geholpen met
Bachbloesems.
Een
ander voorbeeld is Linda. Zij is een hond en is gisteren
gedekt. Het is dus helemaal niet zeker dat ze zwanger is. Als ik ga
praten met Linda, zegt ze: “Ik krijg drie jongens en vier
meisjes. Het tweede pupje is een meisje en dat wil ik graag houden.”
Dat durf ik bijna niet tegen de baasjes te zeggen, maar negen weken
later blijkt dat er drie jongens en vier meisjes geboren worden en
dat het tweede pupje inderdaad een meisje is. Maar hoe kon Linda dat
weten?
Een
mevrouw uit de zaal zegt daarop, dat ze een hond heeft die van
tevoren heeft aangegeven dat ze vier reutjes zou krijgen waarvan de
laatste overlijdt.
Mieke:
Hoe weten die dieren dat? Wat weten wij allemaal níet?
Misschien hebben wij ook wel zeggenschap daarover zonder dat we het
weten. We kunnen ook zónder al die onderzoeken in ziekenhuizen
zeggen dat het een jongen of een meisje wordt. Sommige vrouwen wéten
dat.
Vorige
week was er een kat die telkens op het bed plaste. Die kat was
sociaal gewoon niet handig. Die zei tegen mij: “ ’t Is zo
knus als ik dat doe hè, dat ze allemaal in bed liggen en dat
ik dan ga plassen; dat ruikt dan zo lekker.” Dan kun je zo’n
dier ook nog duidelijk maken dat het niet handig is, ook al was het
als cadeautje bedoeld om het lekker knus te maken.
Hoe
het praten met dieren je kan veranderen
Jaren
geleden zat ik in het zakenleven en was ik een heel ander mens. Ik
merk dat je je hart vol onvoorwaardelijke liefde opent als je een
gesprek aangaat met een dier. Je begint met liefde geven aan het dier
en hoe vaker je je hartspier op deze manier traint, hoe liever je
wordt. Ik vind zelf ook dat ik veel liever ben geworden, veel minder
bitcherig, hard en zakelijk. Ik hoor ook van andere mensen dat ik
veranderd ben. Daar ben ik blij mee. Ik ben nu veel toleranter, ik
kan mensen veel meer nemen zoals ze zijn. Ik zal niet oordelen over
mensen die een probleem hebben met een dier, want iedereen doet wat
‘ie denkt dat goed is, ook al geeft het giga-problemen.
Praten
met dieren heeft trouwens niets met de ratio te maken. Eigenlijk moet
je je hand op een foto leggen, want aan de hand daarvan komt er heel
veel informatie binnen: het
is een soort psychometrie.
Hoe
gaat het gesprek in zijn werk en wat vang ik op?
Laat
ik beginnen bij het begin. Er komt een consultaanvraag binnen per
email. Daar hangt een foto aan vast. Ik print dan de consultaanvraag
en de foto af. Van de consultaanvraag hoef ik alleen de naam, de
woonplaats en de geboortedatum te weten, omdat ik dat nodig heb om
het telefoonnummer te draaien, d.w.z. contact te leggen met het dier.
De vragen bekijk ik vaak niet, want daar staat een heleboel
informatie in en dan ben ik meteen gekleurd. De informatie waar ik
mee ga werken is dan al niet blanco meer.
Met
die gegevens over naam, woonplaats en geboortedatum én de foto
ga ik rustig zitten. Ik zorg er ook voor dat alle dieren uit mijn
buurt zijn, want anders zit ik niet rustig meer. Ik daal dan af naar
mijn meditatieniveau. Ik zet dan het dier op een behandeltafel in
mijn innerlijke werkkamer, of ik laat hem op het innerlijke scherm
verschijnen. Op dat moment komt er al allerlei informatie los van het
dier. Dat kan zijn in de vorm van plaatjes of een hele film die wordt
afgedraaid, of in de vorm van woorden. Ik kan dingen horen, voelen en
ruiken. Al mijn innerlijke zintuigen spreek ik dan aan.
Veel
mensen hebben het over ‘buitenzintuiglijk
waarnemen’.
Dat vind ik eigenlijk een verkeerde benaming. Ik vind het eerder
binnenzintuiglijk
waarnemen.
Je hebt bv. ook cursisten die roken: buitenzintuiglijk ruiken ze
niks, maar vanaf het moment waarop ze in de innerlijke werkkamer
zitten, ruiken ze opeens als de beste.
Ik
kan een dier, bv. een kat, ook vragen om ‘es naar een
naambordje te lopen en vragen om mij er een fotootje van te sturen.
Dan krijg ik iets van bv. ‘Kerkstraat’. Zo’n dier
kan dat niet lezen, maar hij kan mij wel een fotootje van zo’n
bordje sturen. Ik kan zo’n kat ook vragen om zijn omgeving te
beschrijven en te laten zien waar hij zit. Ik leg dan de hele weg die
de kat heeft gelopen af om te komen waar hij zit.
Vorige
week nog was er een vermiste kat, waarvan de mensen heel graag wilden
dat hij thuis kwam. Die kat zei: “Ik moet even mijn wilde haren
kwijt. Geef mij even een paar dagen, dan kom ik vanzelf wel weer
terug.” En inderdaad, na een paar dagen was hij zijn wilde
haren kwijt en was hij weer terug.
Dat
vertrouwen van de mensen om die kat niet te gaan zoeken en met rust
te laten krijg je natuurlijk alleen, als je met concrete informatie
komt. Die kat had exact beschreven hoe zijn huis eruit zag, incl.
laminaat op de vloer, een jute kleed op de grond, het is een flat,
als je binnenkomt is links de badkamer, achter de volgende deur zit
een slaapkamer met een bloemetjesdekbedovertrek enz.
Door
al die concrete informatie hadden de eigenaren er vertrouwen in dat
ik ook exact met de juiste kat gesproken had en vertrouwden ze erop
dat hij terugkwam, wat de kat ook heeft gedaan.
Ik
kan ook dingen horen. Alles wat er tijdens zo’n
meditatiegesprek gebeurt, is waar. Als ik met een kat in gesprek ben
en hem vraag wat hij lekker vindt, terwijl op dat moment de
Italiaanse buurvrouw, die pizza’s aan het bakken is, het
keukenraam opent, dan antwoord de kat ‘pizza’s!’.
Als
ik met een hond in gesprek ben die zich verstoten voelt, dan vraag ik
hem hoe dat komt. Op dat moment zitten ze even verderop tv te kijken
en te zappen, waarbij ze net switchen naar een tv-programma over
bevallingsverhalen. Als dat gebeurt vlak nadat ik hem gevraagd heb
waarom hij zich verstoten voelt, weet ik gewoon dat hij verstoten is
door een mensenkind. Zo bizar is het: alles wat op dat moment aan
informatie binnenkomt, is gewoon wáár.
Welk
effect heeft het gesprek op een dier?
Het
gedrag van het dier verandert. Zo belden mensen mij ‘es in
paniek op. Ze hadden een oude kat – Koukla
- maar kregen er twee jonge kittens bij die die oude kat wel op kon
vreten. Dat was levensgevaarlijk en duurde al zes weken.
Ik
ging met die kat in gesprek en vroeg waarom zij zich zo gedroeg. Zij
antwoordde: “Er zijn twee indringers in huis en die moet ik
wegjagen.” Dat kwam doordat Koukla nooit was verteld dat er
twee kittens bij kwamen. Daarop vertelde ik haar dat het geen
indringers waren, maar twee katten die bij haar in huis kwamen wonen.
Vanaf dat moment was het helemaal goed; Koukla liep voortaan heel
rustig langs die jonge katten. Haar aanvankelijke gedrag was dus
ingegeven door liefde voor de mens; zij wilde alleen maar het huis
beschermen tegen indringers.
Sjors
is een Dobermann
die werkt als waakhond op een autosloperij. Ze doet haar werk
fantastisch, want ze lust je wel rauw op het moment waarop je het
pand betreedt en de baas er niet is. Toch hecht ze steeds meer aan de
baas en wordt steeds minder zelfstandig; ze loopt als een
schoothondje achter de baas aan en durft niet meer alleen te zijn.
Alle gedragsdeskundigen gaven de baas daar de schuld van, maar hij
vraagt of ik met Sjors wil praten.
Sjors
laat mij daarbij zien dat ze een hartkwaal heeft. Ze zei:”Ik
ben als de dood dat er straks iets gebeurt als mijn baas er niet is;
wat moet ik dan? Laat alsjeblieft naar mijn hart kijken!” De
eerste dierenarts die Sjors onderzoekt vindt niets, maar de tweede
constateert een hartkwaal die heel gemakkelijk met medicijnen te
verhelpen is.
Sjors
had dus geen last van verlatingsangst, maar was gewoon bang dat haar
iets zou overkomen als ze alleen was. Toen ze eenmaal de juiste
medicijnen kreeg, was ze weer een superhond voor de baas.
Een
ander voorbeeld is de kat Dorinde.
Dorinde is een kat die al zeven jaar bij de mensen woont. Ze loopt de
hele dag te mauwen, heeft nog nooit contact met mensen gezocht en is
nog nooit op schoot gekomen. Ze wil dus niets van mensen weten.
Zij
vertelde me dat ze een heel goede moeder was geweest, maar nooit
afscheid heeft mogen nemen van haar kittens. Bij navraag bleek dat
Dorinde bij de fokker alle kittens van andere katten wegkaapte. Die
ging ze verstoppen om er zelf voor te zorgen. Ze was dus dol op
kittens, ook op haar eigen kittens. En juist om ervoor te zorgen dat
ze geen stress zou hebben als haar kittens zouden worden weggehaald,
hebben ze haar geen afscheid laten nemen. Dat heeft ze de mensen zó
kwalijk genomen dat ze er nooit meer iets van wilde weten.
Ik
heb Dorinde daarom uitgelegd dat de mensen, bij wie ze nu woonde, met
die gang van zaken helemaal niets te maken hadden. Op het moment
waarop ze besefte dat de huidige bazen vrijuit gingen en haar
liefdevol hadden opgenomen in huis, is Dorinde als een blad aan de
boom omgeslagen en sprong ze na zeven jaar zomaar op schoot. Het
mauwen en ander raar gedrag was toen ook over. Het was opeens een
heel leuke huiskat geworden.
Hoe
een dier geneest
Aaltje
is
een koe die niet meer wil lopen. Ze ligt al een paar dagen in de wei.
Al het gras om haar heen is weggetrapt. Ze krijgt antibiotica. De
dierenarts is ook al een paar keer geweest, maar ze doet het gewoon
niet meer. Het ziet er angstaanjagend uit.
Ik
ga met Aaltje in gesprek. Ze zegt: “Ik heb een magnetiseur
nodig.” Vervolgens geeft ze exact de plek in haar lichaam aan
waar een magnetiseur op haar in zou moeten werken.
Tot
mijn verrassing laat die boer een magnetiseur komen. ’s Avonds
gaat hij met die koe aan het werk. Bijna meteen gaat Aaltje staan en
begint te mesten. De volgende dag kan ze gewoon weer bij de rest van
de kudde. Een dier kan dus feilloos aangeven waar ‘ie pijn
heeft en hoe je het kunt oplossen.
Maira
is een paard dat ik uitgebreid heb behandeld en waar ik al vaak mee
heb gesproken. Samen met een dierenarts zorg ik ervoor dat ze weer op
de been komt. Er is jarenlang van de ene kliniek naar de andere met
haar gezeuld om te zoeken naar de oorzaak van haar gedrag en haar
lichamelijke problemen. Ik heb drie keer met haar gesproken en de
holistisch werkende dierenarts heeft haar twee keer behandeld. Nu is
Maira een paard waarop weer gewoon gereden kan worden. Bij haar was
het ook een kwestie van ‘geven we haar een spuitje of niet, of
sturen we haar al of niet naar het slachthuis’.
Dit
heet ‘het project Maira’. Het was fijn om dit samen met
de dierenarts te doen.
Flodder
is
een golden
retriever,
die gestikt is in een tennisbal. Maanden later krijg ik de bazen nog
huilend aan de lijn omdat ze zich zo schuldig voelen en dat het zo
vreselijk is. Die hond zegt echter: “Maak je om mij maar geen
zorgen, want was het deze bal niet geweest, dan was het wel bij de
volgende gebeurd. Ik heb er heerlijk op gekauwd. Jammer dat het nu
afgelopen is, maar het is helemaal goed zo.” Die mensen hoefden
zich dus helemaal niet schuldig te voelen en konden toen ook heel
rustig verder leven na dat gesprek met hun hond.
Het
laatste dier voor de pauze is Jin. Jin is een halve Siamees. Ze lag
in de voortuin lekker te slapen toen er opeens twee grote Chow
Chows
over de heg sprongen. Ze wilden ieder een helft van de kat. Die kat
werd bijna gevierendeeld binnengebracht en werd door diverse
dierenartsen geholpen. Op den duur zei de dierenarts: “Ik kan
niets meer vinden, die kat moet het gewoon doen nu. Alles is
gerepareerd, maar ik snap niet waarom ze niet meer wil eten.”
Toen
ik met de kat in gesprek ging, hadden haar bazen haar al 9 weken lang
dwangvoeding gegeven. Jin zei echter tegen mij: “Als ik al niet
veilig in mijn eigen voortuin kan zonnen, dan hoef ik niet meer te
leven.” Ik vertelde haar dat dit echt de bedoeling niet was en
dat ze niet gemist kon worden omdat er heel veel van haar gehouden
werd. Nadat ik haar vertrouwen had gewonnen, sprak ik met haar af dat
als ze de volgende dag één brokje at, ze niet meer
onder dwang gevoed zou worden. Dat zou voor ons het teken zijn dat ze
verder wilde leven.
De
volgende dag at Jin één brokje. Het dwangvoederen
stopte toen. Na nog wat peptalk en Bachbloesems ging de kat weer
leven en fleurde zij weer op. Inmiddels loopt zij weer in de dakgoot.
De dierenarts staat ook voor een raadsel en weet dat het een
psychische oorzaak had die is weggenomen.
Vragen
en antwoorden na de pauze
N.B.
Alle vragen zijn schriftelijk gesteld, tenzij anders aangegeven.
“Welk
effect heeft zo’n gesprek op een dier?”
Het
vermiste dier komt bv. weer thuis. Maar niet alle vermiste dieren
komen thuis. Er zijn ook dieren die ervoor kiezen om verder te
trekken. We hebben vòòr de pauze gezien dat het ook kan
gebeuren dat een dier zijn wilde haren kwijt wil. Dat komt ook voor.
Ik
heb het ook ‘es gehad – en dat was het allereerste
gesprek dat ik met een dier had – dat een kat zei: “Ik
ben even op vakantie en kom over een paar weken weer terug.”
Vraag
uit de zaal: “Als een dier niet terugkomt naar z’n baas,
is dat dan een duidelijke keuze van het dier?”
Niet
altijd. Als je het ongeluk hebt dat je dier tijdens de zomervakantie
zoek raakt, kun je er bijna van op aan dat je het met héél
veel moeite terug zult krijgen, want men gaat ervan uit dat elke kat
die tijdens de zomervakantie rondloopt, per definitie uit huis is
gezet. Men houdt het dier dan binnen omdat het zo zielig is dat het
zgn. uit huis is gezet.
Er
zijn ook veel dieren die doorgaan omdat ze klaar zijn met de taak die
ze hadden. Verder is er de mogelijkheid dat een dier wordt gestolen.
Ik heb zelf een Noorse boskat gehad die gestolen is toen hij een
eindje ging wandelen; daarna mocht hij nooit meer naar buiten.
“Wat
vertelt een dier nog meer?”
Tommy
is een kat die telkens begint te braken na het eten. De dierenarts
kan niets vinden, maar ik ga met die kat praten. Hij zegt tegen mij
dat het blikje met voer uit de koelkast komt en dat hij daar last van
heeft. Hij wordt misselijk van de kou op zijn maag. Ik heb de mensen
toen verzocht om het eten naast de koelkast te zetten en te wachten
totdat het is opgewarmd om het daarna aan Tommy te geven. De
misselijkheid was daarna weg.
Pino
is een paard dat mij vertelde dat hij dol was op iets dat fel van
kleur was en als een soort ijsbonbon op een stokje zat. Zijn bazen
zeiden echter dat hij geen ijsbonbons kreeg, maar wel ‘es
tijdens de zomer ijskroketjes uit de kar mocht halen. Als de ijscoman
langs kwam, stond het paard op en mocht hij met zijn hoofd de
ijscokar in om zijn eigen ijskroketje te pakken.
Hij
vertelde ook dat hij een lichamelijk klacht had en behoefte had aan
thijm. De mevrouw ging toen naar de Intratuin en haalde een potje
ervan op. Ook plantte ze de hele tuin ermee vol. Jammer genoeg was
het een tijdelijke bevlieging; na het oppeuzelen van dat potje hoefde
hij geen thijm meer.
Ik
ben wel op en top vrouw, maar als ik mij volledig in een dier
verplaats, bv. een volle hengst, weet ik alles te benoemen en alles
te voelen. Op dat moment word ik die hele hengst en begrijp ik
precies wat er gaande is met zo’n dier.
“Is
het net zo makkelijk om met je eigen dier te communiceren als met een
vreemd, onbekend dier?”
Nee,
het is vele malen moeilijker om met je eigen dier te communiceren,
omdat je ego dan zo ontzettend aanwezig is dat het roet in het eten
gooit. Als ik mijn eigen kat vraag wat hij lekker vindt, en hij zegt
‘vis’, dan komt dat doordat ik dat weet. Je ego zal er
alles aan doen om jou aan het twijfelen te brengen.
Op
de cursus zeg ik ook altijd dat je moet gaan oefenen met een kat als
je zelf heel veel van paarden afweet. Alles wat je van katten te
horen krijgt, klopt dan gewoon. Oefen altijd met dieren die je
absoluut niet kent; op die manier krijg je de meest zuivere
informatie binnen.
Je
kunt wel met je eigen dier communiceren als je ervaring hebt en als
je weet wanneer je ego je parten speelt en wanneer niet.
“Ik
heb sinds tien weken een nieuwe hond. Ze is vierenhalf en ik heb het
gevoel dat ze het een goede verandering vindt. Helaas jammert ze
alles bij elkaar als ik eens een dag weg ben. Ik heb haar aangelijnd
omdat ze mij anders gaat zoeken in het dorp. Wat kan ik doen?”
Je
kunt in ieder geval precies uitleggen wat je gaat doen, dus vertellen
wanneer je naar het dorp gaat en wanneer je weer terug komt. Dat kun
je in woorden doen of er plaatjes aan geven. Doe dat ook als je op
vakantie gaat. De kat die alleen achterblijft stuur je het plaatje
dat jij op vakantie bent, dat je drie weken wegblijft en daarna
terugkomt en dat je dan heel erg blij bent dat jullie elkaar weer
zien. Die kat wordt dan minder onrustig als je je koffers gaat
pakken. Je kunt dus tegen je dieren praten alsof ze het allemaal
begrijpen; terwijl je tegen ze praat, stuur jij ze de bijbehorende
plaatjes.
“Kunt
u zien waar ons zwerfkatje vandaan is gekomen?”
Ik
krijg regelmatig de vraag wat er gebeurd is met bv. een hond die is
mishandeld. Dieren leven echter meer in het hier en nu dan wij en
willen er vaak helemaal niet over praten omdat ze blij zijn met de
plek waar ze op dat moment zitten. Heel soms willen dieren het wel
kwijt, maar doorgaans krijg ik niet de informatie waar je verder mee
kunt. Waarom zou je het bovendien willen weten? Waarom zou je die
ellende willen oprakelen?
Dat
betekent dat ik niet altijd kan zien waar het zwerfkatje vandaan is
gekomen; dat ligt aan de vraag of het dier zelf erover praten wil of
niet.
“U
had het daarnet over vissen. Weet de vis dat hij gevangen wordt?”
Het
lijkt mij van niet hoor. Je zit niet te wachten op zo’n haak in
je maag, toch? Ik kan daar niks zinnigs over zeggen. Misschien over
enkele jaren wel.
“Onze
poes voelt zich verstoten door onze baby en is er bang voor. Ze
zondert zich helemaal af. Wat kunnen we hieraan doen?”
Heel
simpel: Bachbloesems. Daardoor kun je de angst eruit halen en ervoor
zorgen dat het dier zich niet verstoten voelt. Dan kun je kijken of
je het dier de liefde kunt geven om toch van de baby te gaan houden.
Het is ook goed om de kat te vertellen dat er een kindje aankomt,
zodat ze het niet als een indringer ziet.
“Kun
je op dezelfde manier met mensen en planten praten, of heb je
daarvoor een andere methode nodig?”
Nee
hoor, je kunt op precies dezelfde manier met mensen en met planten
praten. Mijn moeder is stervend. Ik heb me op het moment waarop ze in
het ziekenhuis lag en heel slecht was, op haar afgestemd. Ik heb haar
toen gevraagd wat ze wilde. Ze antwoordde dat ze nog een beetje sap
wilde en dat ze eigenlijk wel wilde gaan omdat ze klaar was hier.
Helaas was het ziekenhuis het daar niet mee eens. Die hebben haar
weer opgelapt. Ze leeft dus nog, maar ze wil liever gaan. Toen ze
niet meer kon praten, kon ik me op haar afstemmen.
De
schoonvader van één van mijn cursisten was dementerend.
Hij lag inmiddels al in coma. Hij heeft toen ook gezegd: “Trek
alsjeblieft alle slangen eruit, het is klaar hier.” Gelukkig
was dat allemaal niet nodig en is hij uit zichzelf gestorven de
volgende dag.
Zo
zijn er ook cursisten die groene vingers hebben en met bomen praten.
Dat gaat op precies dezelfde manier.
Vraag
uit de zaal: “Krijg je op deze manier van mensen andere
informatie dan wanneer ze nog gewoon met je kunnen praten?”
Je
legt contact met de bron, met de ziel. Toch kan er inderdaad verschil
in zitten. Je praat nl. met de ziel en niet met het ego. Als je
rechtstreeks met iemand praat, zit ook het ego erbij, die invloed
uitoefent. Als iemand ziek is of bv. een been heeft gebroken, krijg
je heel zuiver door wat de lichamelijke klachten zijn. Daar zit dan
geen ego tussen. Ga je het echter over gevoelens hebben, dan kan daar
een groot verschil in zitten.
Vraag
uit de zaal: “Als een dier iets heeft, geeft het dan altijd
precies aan waar de klacht zit en wat je eraan kunt doen?”
Dieren
verschillen nogal qua ontwikkelingsniveau. Mijn ervaring is dat
paarden en katten het heel nauwkeurig kunnen aangeven. Honden zijn
daar iets onduidelijker in; dat kan zijn doordat de binding tussen
mens en hond de stoorzender is. Katten zijn veel meer op zichzelf,
met name raskatten.
Vraag
uit de zaal: In de krant staat dat een hond schapen aanvalt en dat de
hond daarom afgemaakt moet worden. Is dat nodig of niet nodig?
Het
blijft een roofdier. Men zegt ook wel dat als het eenmaal warm bloed
heeft gegeten, er geen redden meer aan is. Dat zijn aannames waar ik
niet achter kan staan. Je zou eerst moeten weten waarom zo’n
hond dat doet.
Er
zijn een heleboel uitspraken die voor waar worden aangenomen, bv. dat
dieren geen kleuren kunnen zien – wat niet waar is – of
dat dieren niet kunnen tellen, wat ook niet klopt. Men zegt ook dat
paarden bang zijn voor tractoren en vrachtwagens. Als je echter met
een paard in gesprek gaat, blijkt hij helemaal niet bang te zijn voor
de geluiden van tractoren en vrachtwagens. Hij is eerder bang voor de
trillingen van tractoren en vrachtwagens, want die doen hem denken
aan een op hol geslagen kudde. Hij heeft dan de aandrang om mee te
gaan in die angst en paniek.
Er
zijn dus een heleboel dingen die je met je ratio zou kunnen oplossen,
maar wanneer je het dier er gericht naar vraagt, krijg je heel andere
uitkomsten. Want niet iedere hond valt schapen aan, dus welk gevoel
geeft die hond dat? Als dat een gevoel van macht geeft, kunnen we hem
dan op een andere manier dat gevoel geven? Misschien beseft hij
helemaal niet welk kwaad hij aanricht. Als je hem dat duidelijk
maakt, kan het zomaar zijn dat hij ermee stopt.
Vraag
uit de zaal: “Kunnen dieren onderling
communiceren?”
Ik
weet dat ze dat wel kunnen. Zo weet ik dat paardenfamilies met elkaar
communiceren. De families van dieren hebben contact met elkaar, dat
weet ik zeker. Maar ook kan een paard met een hond communiceren bv.
De taal waarin ik met dieren spreek is net zo universeel als de taal
waarin dieren onderling met elkaar praten. Je mag ervan uitgaan dat
al die dieren met elkaar in verbinding staan.
Vraag
uit de zaal: “Kun je met overleden dieren praten?Blijft de ziel
hier altijd hangen?”
Ik
ben van mening dat we tijdens ons hele bestaan op aarde gedurende al
die duizenden jaren dan weer even zichtbaar zijn en dan weer even
niet. Dus wat mij betreft ben je er eigenlijk altijd. Daarom kun je
altijd met een overleden dier praten. Dat geldt ook voor overleden
mensen.
Vraag
uit de zaal: “Ik heb gehoord dat een kat gaat liggen aan het
voeteneind van een stervende gedurende zijn laatste dagen. Waarom
doet hij dat? En waarom gaat een kat liggen op de plek waar een
magnetiseur net een patiënt heeft behandeld?”
Ik
heb begrepen dat katten negatieve energie opzoeken omdat ze die heel
goed kunnen neutraliseren. Als een kat vaak op een bepaalde plek
ligt, moet je kijken of daar misschien een aardstraal onder zit.
Katten vinden negatieve energie vaak heel erg lekker.
|